De Paus in Assisi (1986)

op 27 oktober 1986 was het eindelijk zover. Na maanden van voorbereiding kwamen in Assisi vertegenwoordigers van de christelijke kerken, kerkelijke gemeenschappen en de wereldreligies bij elkaar om samen te bidden voor de vrede. We zijn er heden ten dage zo aan gewend, dat allerlei geestelijken, de een nog exotischer gekleed dan de ander, hand in hand met één stem pleiten voor de vrede, dat we ons haast niet meer kunnen voorstellen, inleven hoe spectaculair die bijeenkomst eigenlijk was. Natuurlijk niet in de zin van het onmiddellijke effect. De vrede waarvoor ieder op z’n eigen wijze na elkaar bad, onder de gespannen maar welwillende blikken van de ander, terwijl inderdaad de hele wereld toekeek, die vrede kwam er niet. Toch durf ik dit wel een wereldhistorisch moment te noemen. Ik heb het op mijn kleine zwart-wit TV gezien, toen ik net predikant in Antwerpen was geworden. Ik vond het ongelooflijk wat daar gebeurde. Het raakte me diep, maar bracht mij ook in verwarring. Dat kòn toch helemaal niet wat daar gebeurde ! En ik was de enige niet.

Niet-kerkelijken juichten op het moment harder voor de paus dan de inner-circle. De toenmalige paus, Johannes Paulus II (Karol Woityla), was nog relatief jong en het was enkel omdat hij zo’n harde kop had dat Assisi is geschied. Theologisch was het riskant, het kon eigenlijk niet, samen bidden. Daarom dat er ook zo netjes naast en na elkaar gebeden werd. Samen bidden was uit den boze, letterlijk. U moet de kerkelijke bladen van toen maar eens nalezen, dan krijgt u nog een beeld van de hevige emoties die dit initiatief van de paus heeft opgeroepen. De paus wist dat natuurlijk ook wel. Hij had in zijn uitnodigingsbrief van januari de theologische piketpaaltjes dan ook heel nauwkeurig uitgezet. Nochtans was de speelruimte die hij had bijzonder klein.

Samen bidden met christenen, dat was nog tot daaraantoe, maar samen bidden met moslims, hindoes, boeddhisten, dat was ongezien.

Trouwens: zouden we nog 20-25 jaar verder teruggegaan zijn in de tijd, dan zou ook dat ‘samen bidden’ met niet katholieke christenen, zeer omstreden zijn geweest. Immers het was slechts met grote moeite dat op het Tweede Vaticaans Concilie (de internationale bisschoppenconferentie, waarin de roomskatholieke Kerk probeerde de snel  veranderde tijd alsnog bij te benen, 1961-1965), de niet-katholieke christenen als broeders en zusters (in plaats van schismatieken en ketters) werden geaccepteerd, schoorvoetend en zeker niet op voet van gelijkheid. Iets wat trouwens op het ‘grondvlak’ al veel eerder was gebeurd. Dat paus Pius XI dit nog nadrukkelijk had verboden aan alle katholieken, was men blijkbaar al vergeten.

Dat, terwijl men nog overal bezig was om het vijanddenken en de bijbehorende vervreemding tussen de verschillende christelijke kerken, af te bouwen, deed de paus al een volgende stap. Hij nodigde de leiders van andere godsdiensten uit om samen met hem te bidden voor de vrede. Als of dat zomaar kon! Degenen die de missionarissen en zendelingen probeerden te bekeren (want hun geloof was verkeerd) wandelden opeens in stilte over het grote plein voor de basiliek van Franciscus om dan staande voor de geopende poort van de bovenkerk omstebeurt een gebed uit te spreken. De paus stond in het midden, hij ging voor, deed het voor, was ceremoniemeester. Samen bidden, weliswaar apart, maar toch ! Sinds wanneer kon een christen dat accepteren? Ongelovigen, zo noemden we toen de mensen die bij andere religies hun heil zochten. Zij geloofden immers niet in de enige echte God. Zij aanbaden vreemde goden, afgoden noemden wij die. Velen stonden met verbijstering te kijken naar de paus, de plaatsbekleder van Christus op aarde, die goedkeurend en welwillend knikte naar een hindoe die eerbiedig één van zijn goden aanriep, en naar een moslim die Allah aanriep en de naam van Mohammed zegende. Waren katholieken al verbaasd, de meeste protestanten waren ronduit verbijsterd. Hoe is dat mogelijk? Deze mensen moesten toch bekeerd worden ! Zij waren toch on-gelovigen in de diepe bijbelse zin, dat zij niet geloofden in de ware God en zijn Zoon. Staat er niet in de bijbel dat er geen redding is buiten de naam van Christus. Welnu, hoe kan dan de paus dit laten gebeuren? Had bisschop Irenaeus in de vierde eeuw niet gezegd dat er ´buiten de Kerk geen redding is’ en had men dit niet juist eeuwenlang, generatie op generatie de mensen ingeprent. En nu kon dat allemaal zomaar ! Hoe zat dat dan met de zendelingen, de missionarissen ? Werden die ook meteen maar teruggeroepen? En hoe zat het dan met het eerste gebod: ‘Gij zult geen andere goden hebben voor mijn aangezicht’ ? Zoals gezegd: we zijn er inmiddels aan gewend dat de ‘geestelijke leiders’ bij elke maatschappelijke spanning met religieuze connotatie samenkomen en plechtig verklaren dat ze voor de vrede zijn, liefst met TV-camera’s erbij. Daarna geven ze elkaar een hand, of omhelzen elkaar. Als ze het al niet uit zichzelf doen, dan zal de politieke bewindsman van dienst (burgemeester, bevoegde minister, premier, afhankelijk van de schaal van de spanning) ze daartoe wel samenroepen. Toen, in 1986, was dat nieuw, ongezien en absoluut niet onomstreden. Mgr. Lefebvre, die de aanpassingen van het Tweede Vaticaanse concilie al niet had geaccepteerd, stortte zijn fiolen van toorn uit over deze zijns insziens godslasterlijke vertoning: ‘Het is duivels wat hier gebeurt, een belediging voor onze Heer Jezus Christus. Tot wie gaan ze bidden? Welke God roepen ze aan? Welke vrede is dat?… Als we Jezus Christus terzijde schuiven, dan bidden we niet tot de ware God…  Hij die op de troon van Petrus zit, drijft de spot met het eerste artikel van het Credo en het eerste gebod van de dekaloog.’

De achtergrond was de zorg om de werelvrede. 1986 was door de Verenigde Naties uitgeroepen tot jaar van de vrede en de paus had dit aangegrepen om te bidden wereldwijd, over de grenzen van naties en religies heen, voor vrede. Hij noemde het een ‘pelgrimage’ die tegelijk ook een boetedoening was voor de vele malen dat men, hoewel vrede belijdend geen vredestichter was geweest. Wat we hier – los van de expliciete inhoud – zien gebeuren is het appèl van de paus aan zijn eigen Kerk en aan alle andere ‘religieuze leiders’ om de eigen religie niet meer te zien als de enig mogelijke vorm van dienst aan God. Niettegenstaande de nadrukkelijk verklaring dat er geen enkele vorm van relativisme, laat staan sycnretisme, bedoeld was, had deze bijeenkomst de facto een relativerend effect: Ze stonden daar naast elkaar, de vertegenwoordigers van de wereldgodsdiensten. Dat alleen al relativeert de absoluutheidsaanspraak die in een aantal van die wereldgodsdiensten zit ingebakken. En de wijze waarop de paus benadrukte dat de ene God niet enkel via de christelijke kerken zichzelf laat aanroepen, maar dat hij – natuurlijk niet zo volmaakt als in zijn eigen kerk, maar toch – ook kan gevonden worden en aanbeden in andere dan christelijke vormen van eredienst, is de facto een vorm van syncretisme. De paus heeft hiervoor de minimale opening optimaal benut die de kerkelijk leer van de ‘natuurlijke theologie’ hem bood: God openbaart zich immers volgens de aloude roomskatholieke opvatting niet enkel in de Bijbel en de Kerk, maar ook in de natuur. En tot die natuur behoort onder andere de menselijke drang om God te zoeken: Homo naturaliter religiosus en op die leer probeerde hij in Assisi een vloertje te bouwen, waarop de wereldvrede dan zou kunnen voortbouwen.

De spagaat die hij hiervoor moest maken, nam de paus op de koop toe. Protestantse theologen, en wel met name degenen die uit de school van Calvijn komen (gereformeerd/ hervormd geheten) konden die beweging moeilijk meemaken. Zij hebben doorgaans ook niet zoveel vertrouwen in de natuurlijke neigingen van de mens als hun rooms-katholieke collega’s (de Lutheranen nemen hier een middenpositie in) en al helemaal niet in zijn natuurlijke religiositeit. Calvijn beaamt in zijn theologisch hoofdwerk dat de mens weliswaar van nature religieus is, maar dat hij als hij die aanleg gaat praktiseren hij altijd een fabricator idolorum zal worden: een afgoden-producent. Zij zullen dus tot geloof moeten komen, hun dwalingen afzweren en zich bekeren, net als ieder mens op zijn of haar wijze zal moeten doen.

Verbluffend hoe snel ook zij – grotendeels – zijn meegegaan met de tijd. Hand in hand met rooms-katholieken en moslims protesteren ze tegen het homohuwelijk. En zou je dat nog als opportunisme kunnen beschouwen (eensgezind omdat men een gezamenlijke vijand heeft), de samenwerking in de diverse interreligieuze raden is over het algemeen hartelijk. Men herkent elkaar als ‘mensen die in God geloven’ (dit begrip wordt in tegenstelling tot vroeger zorgvuldig niet gedefinieerd). Men verheugt zich erover dat ook anderen een ‘heteronome moraal’ hebben, dat wil zeggen een gebod aanvaarden dat van buiten de menselijke ratio komt. Theologische verschillen ‘respecteert men’, een uitspraak die 40 jaar geleden bijna ondenkbaar was. En de meeste gelovigen vinden het ook wel goed zo. Prima zelfs.

Wat in Assisi zichtbaar werd – en dat is belangrijk, want symbolisch van grote waarde – is dat religies zichzelf voor het eerst ook als religies hebben gezien. Daarmee hebben zij niet alleen een van buiten op hen gekleefd etiket aanvaard, en tegelijk de periode van het religieus pluralisme ingeluid. Twee folgenreiche zaken, omdat men tegelijk iets anders heeft nagelaten, namelijk het nadenken over welke gevolgen het voor de binnenkant van de religie heeft als zij zichzelf als ‘een religie temidden van vele anderen’ ziet. Dit klinkt misschien abstract, maar is het niet. Om dicht bij huis te blijven: Elke vrijdag belijden moslims minstens met de mond dat Allah de enige god is die onze gehoorzaamheid verdient en dat Mohammed zijn profeet is. Elke zaterdag ontkennen de Joden dit ten stelligste, want wat Mohammed over Allah heeft meegedeeld strookt niet met wat zij van God menen vernomen te hebben, en elke zondag herhalen de christenen dat Christus de eniggeboren Zoon van God is, die mens geworden is om ons te redden, iets wat Joden ontkennen en moslims godslasterlijk noemen. De leer zit het samenleven in de weg. Misschien is het ook niet toevallig dat vertegenwoordigers van niet-Schriftgebonden religies veel minder de indruk gaven ‘niet op hun gemak’ te zijn in Assisi.

De spagaat waar Johannes Paulus II in zijn jeugdige ijver zich even niet over hoefde te bekommeren, omdat ze in het niet verzonk bij de rest van wat er in Assisi te zien, te horen en te beleven was, die spagaat begint na 30 jaar toch wel pijn te doen. Achterwaarts terug eruit kan men niet meer, vooruit durft men niet. Nochtans is er wel degelijk een mogelijkheid om vooruit te gaan, maar dan moeten we als Westerse seculiere christenen – en ik gebruik bewust die term – gezamenlijk durven nadenken over hoe onze godsdienst (en ik gebruik opnieuw bewust een inclusieve term) in die spagaat is terechtgekomen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Der Aufbruch

Ich befahl mein Pferd aus dem Stall zu holen. Der Diener verstand mich nicht. Ich ging selbst in den Stall, sattelte mein Pferd und bestieg es. In der Ferne hörte ich eine Trompete blasen, ich fragte ihn, was das bedeutete. Er wusste nichts und hatte nichts gehört. Beim Tore hielt er mich auf und fragte: »Wohin reitet der Herr?« »Ich weiß es nicht«, sagte ich, »nur weg von hier, nur weg von hier. Immerfort weg von hier, nur so kann ich mein Ziel erreichen.« »Du kennst also dein Ziel«, fragte er. »Ja«, antwortete ich, »ich sagte es doch: ›Weg-von-hier‹ – das ist mein Ziel.« »Du hast keinen Eßvorrat mit«, sagte er. »Ich brauche keinen«, sagte ich, »die Reise ist so lang, daß ich verhungern muß, wenn ich auf dem Weg nichts bekomme. Kein Eßvorrat kann mich retten. Es ist ja zum Glück eine wahrhaft ungeheure Reise.«

Franz Kafka, Erzählungen aus dem Nachlaß (1904-1924)

[Der Aufbruch, met vertaling en kort commentaar]

Alors n’admettant plus d’autorité visible
Chacun fut de la foi, censé juge infaillible 
Et sans être approuvé par le clergé romain
 
Tout protestant fut pape, une Bible à la main.

Nicholas Boileau, Satire XII, sur l’équivoque

proeve van vertaling: 
Wanneer uitwendig gezag niet meer wordt geaccepteerd,
 
vindt elkeen zich qua geloof onfeilbaar en geleerd.
 
En zonder approbatie door de geestelijke stand
 
wordt elke protestant een paus met de bijbel in zijn hand
.

Over Scherpenheuvel een excurs in hoofdstuk 2, over hoe deze magische ‘eik’ tot een ‘Mariaburcht’ werd omgevormd. Afbeeldingen en korte historie in een aparte post.

diesseitig = op het aardse leven gericht

voor de Hollandse lezers: spijkers

Ik verzeker jullie: al wat jullie op aarde bindend verklaren zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat jullie op aarde ontbinden zal ook in de hemel ontbonden zijn. Mattheüs 18, vers 18

En ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen. 19 Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.’  Mattheus 16:18-19

‘Onze Lieve Heer op zolder’ is de negentiende eeuwse naam van de schuilkerk die de rooms-katholieken in de zeventiende eeuw inrichtten op de zolder van een groot (gecombineerde) herenhuis aan de Amsterdamse Oudezijds Voorburgwal. Van binnen een kerk, van buiten niets bijzonders te zien.

In het Nederlands: ‘En Ik zal een plaats aanduiden voor mijn volk, voor Israel, en het planten, zodat het op zijn eigen plaats kan wonen, die ze nooit meer zullen moeten te verlaten.’

Philadelphia is ook de naam van een van de zeven gemeenten in Klein-Azië, waaraan de ‘engel van de Heer; een brief zendt in het visioen van de ziener van Patmos, beter bekend als ‘de openbaring aan Johannes’, of ‘de Apocalyps’. Van de zeven steden is Philadelphia de enige waarvan enkel goede punten naar voren worden gehaald.

“When in the Course of human events, it becomes necessary for one people to dissolve the political bands which have connected them with another, and to assume among the powers of the earth, the separate and equal station to which the Laws of Nature and of Nature’s God entitle them, a decent respect to the opinions of mankind requires that they should declare the causes which impel them to the separation.”

In de negentiende eeuw was dit nog een neutrale term, misschien gevoelsmatig eerder afgeleid van sequi (volgen) dan van secare (scheiden). Een correcte vertaling lijkt me ‘stroming’.

Aux États-Unis, lorsqu’un homme politique attaque une secte, ce n’est pas une raison pour que les partisans mêmes de cette secte ne le soutiennent pas; mais s’il attaque toutes les sectes ensemble, chacun le fuit, et il reste seul. Pendant que j’étais en Amérique, un témoin se présenta aux assises du comté de Chester (État de New York) et déclara qu’il ne croyait pas à l’existence de Dieu et à l’immortalité de l’âme. Le président refusa de recevoir son serment, attendu, dit-il, que le témoin avait détruit d’avance toute la foi qu’on pouvait ajouter à ses paroles. Les journaux rapportèrent le fait sans commentaire.

“J’ai dit plus haut que je considérais les mœurs comme l’une des grandes causes générales auxquelles on peut attribuer le maintien de la république démocratique aux États-Unis. J’entends ici l’expression de mœurs dans le sens qu’attachaient les Anciens au mot mores; non seulement je l’applique aux mœurs proprement dites, qu’on pourrait appeler les habitudes du cœur, mais aux différentes notions que possèdent les hommes, aux diverses opinions qui ont cours au milieu d’eux, et à l’ensemble des idées dont se forment les habitudes de l’esprit. Je comprends donc sous ce mot tout l’état moral et intellectuel d’un peuple.”

Al de Schrift is van God ingegeven en kan dienen tot onderricht, om fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven. Tweede brief van Paulus aan Timotheüs, hoofdstuk 3, vers 16

Eén van de header-images van het jubileumnummer van Vogue (125 jaar).
De verwijzing stond in Het Nieuwsblad van 3 april 2017

Peter Berger (1929-2017) was een invloedrijk godsdienstsocioloog. Zijn boek uit 1967 The Sacred Canopy vestigde zijn naam op dit terrein. In dit boek combineerde hij de secularisatiethese van Weber met zijn eigen visie op religies als ‘sociale constructies’. Al snel zag hij de blikvernauwing. In de jaren 1990 stelde hij dat Moderniteit leidt tot pluraliteit (als feit) op religieus terrein en dus tot de vaststelling dat men niet meer op dezelfde manier religieus kan zijn als vroeger, nl. vanzelfsprekend. Dit kan vervolgens zowel tot relativitering als tot fundamentalisering van het religieuze leiden. Secularisatie is dan een optie (Europa), maar geen dwingend gevolg.

Lees iets meer op deze post

“Pour connaître et juger une société, il faut arriver à sa substance profonde, au lien humain dont elle est faite et qui dépend des rapports juridiques sans doute, mais aussi des formes du travail, de la manière d’aimer, de vivre et de mourir.”

Merleau-Ponty, Humanisme et terreur, p. X

“Alors que tout dans la politique comme dans la connaissance montre que le règne d’une raison universelle est problématique, que la raison comme la liberté est à faire dans un monde qui n’y est pas prédestiné, ils préfèrent oublier l’expérience, laisser là la culture, et formuler solennellement comme des vérités vénérables les pauvretés qui conviennent à leur fatigue.” (Merleau-Ponty, humanisme et terreur, p. xxxvii-xxxviii) NB : Het is 1947.

“Men moet bij dit volk de tempels van hun afgoden volstrekt niet verwoesten, maar alleen de afgodsbeelden, die daarin zijn. Dan moet men wijwater gereed maken om de heiligdommen daarmee te besprengen, altaren bouwen en daarin relikwieën plaatsen. Want als deze tempels goed gebouwd zijn, moeten zij veranderd worden van cultusplaatsen der demonen tot de dienst van de ware God. Als dan het volk zelf ziet dat zijn tempels niet verwoest worden, kan het zijn dwaling van harte afleggen, de ware God erkennen en aanbidden en naar oude gewoonte samenkomen op de vertrouwde plaatsen … Want het is beslist onmogelijk, dat men voor hun grove zielen ineens alles afsnijdt, omdat immers hij, die de hoogste top wil beklimmen zich trapsgewijs, stap voor stap, maar niet met sprongen omhoogwerkt.”

(brief aan abt Melitto, opgenomen in Beda’s geschiedenis van Engeland).

Giles Képel, La Revanche de Dieu. Chrétiens, juifs et musulmans à la reconquête du monde (1991)

Meine Gesellschafft bestund auß vielerley Sort Leuten / da war ein D. Medicinae mit seinem Weib und 8. Kindern / ein Frantzos. Capitain / ein Niederteutscher Kuchenbecker / ein Apothecker / Glaßblaser / Maurer / Schmidt / Wagner / Schreiner / Küfer / Hutmacher / Schuster / Schneider / Gärtner / Bauern / Näderinnen / &c. in allem etlich und 80. Personen / ausser dem Schiffvolck. Solche nun sind nicht nur ihrem Alter (massen unsere älteste Frau 60. Jahr / das jüngste Kind aber nur 12. Wochen alt waren) und nunerwehnten Handthierung nach unterschieden / sondern auch so differenten Religionen und Wandels / daß ich die Schiff / welche sie anhero tragen / nicht unfüglich mit der Archen Noä vergleichen könte / wofern nicht mehr unreine / als reine (vernünfftige) Thier darinnen befindlich. Unter meinem Gesinde habe ich / die es mit der Römischen / mit der Lutherischen / mit der Calvinischen / mit der Widertäufferischen / und mit der Englischen Kirche halten / und nur einen Quäcker. (geciteerd bij Weaver, p. 303)

Deel 1: Religie, een genealogisch onderzoek

God is terug van (nooit) weggeweest. Daar is iedereen het over eens. Maar hoe je zijn presentie in het publieke domein nu moet duiden, is een andere zaak. Een lastige ook, omdat meer en meer mensen hun god willen dienen op een manier die andere mensen niet bevalt. In dit essay vragen ons waar dat toch vandaan komt, die ‘religieuze kwestie’, een genealogisch onderzoek naar religie dus.

https://dick.wursten.be/janleyerseffect.htm

Bij palmbomen legt men een zware steen in de kruin. Hierdoor groeien ze rechter omhoog en worden steviger. ‘Tegen de verdrukking in groeien’.

José de Acosta, Historie Naturael…
Titelpagina van de 2de druk van de Nederlandse vertaling (1624)


Olivier Roy (1949) is van de meest vooraanstaande kenners van de islam in Europa. Hij was jarenlang verbonden aan het Franse Centre National de la Recherche Scientifique. Voordien was hij adviseur van de Verenigde Naties inzake Afghanistan (1988) en in 1993-1994 werkzaam in Tadzjikistan voor de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Zijn academische graad behaalde hij als filosoof en hij doctoreerde in de Perzische cultuur- en taalwetenschappen. Hij was onderzoeksdirecteur van het Centre National de la Recherche Scientifique in Frankrijk en is verbonden aan het European University Institute in Florence. In Frankrijk is hij een van de opinieleiders in het debat over de aanpak over het jihadisme. Hij vindt de religieuze component uiterste belangrijk om te begrijpen, maar stelt tegelijk dat ze ‘gekaapt’ wordt (via psycho-sociale mechanismen zeer verwant aan die van sektes) door de leiders van IS. Het geeft de extremisten de kans hun nihilisme te verkopen als een paradijsbelofte. Zowel ter bestrijding als ter voorkoming moet hier volgens hem met dit feit rekening worden gehouden. De in het eerste hoofdstuk genoemde Gilles Képel ziet dat heel anders.

Meer info over deze cantate vindt u hier.  Maar dit spoor hoeft u nu niet te vervolgen. In dit essay is Bach die musiceert in Weimar enkel een opstapje naar een verhaal over hoe de bevrijdingsgedachte (het ‘Exodus’ motief) de (kerk)geschiedenis van West-Europa heeft getekend.

Duits-Amerikaans theoloog (1886-1965). Volgens hem was religie de dieptedimensie van de menselijke cultuur en gaat het dus over God als mensen bezig zijn met wat hen ten diepste aanbelangt: The Ultimate Concern, The Ground of Being. Heidegger is nooit ver weg. In de drie delen van zijn Systematic theology (1951-1963; 3 dln.) zet hij  zijn theologische zijnsleer (ontologie) uiteen, waarbij hij theologie en filosofie ineenknoopt. In deel 1 brengt hij die essentiële en dus onoplosbare spanning op een drievoudige noemer: Freedom & Destiny, Dynamics & Form, Individiualisation & Participation. In die spanning moet een mens leven, het volhouden: The Human Predicament. En dat is goed, want beide polen hebben elkaar nodig. Zo wordt de mens wie hij is. Niet slecht gezien van Tillich.

Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout zijn kracht verliest, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe dan om weggeworpen en door de mensen vertreden te worden. Gij zijt het licht der wereld. Een stad, die op een berg ligt, kan niet verborgen blijvenOok steekt men geen lamp aan en zet haar onder de korenmaat, maar op de standaard, en zij schijnt voor allen, die in het huis zijn. Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.
(Fragment uit de zogeheten Bergrede van Jezus. Evangelie naar Mattheüs, hoofdstuk 5, verzen 13-16)

De ware dienst aan God (godsdienst, eredienst) wordt in het Nieuwe Testament door de apostel Paulus vergeleken met ‘het ware offer’. Zo wordt dus de ware religie een ‘Gode welgevallig offer’ (Romeinen 12) en dus een ‘welriekende reuk‘ in Gods neusgaten (Efeze 5). Hier de Schriftplaatsen:

Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. (Romeinen 12, 1). Weest dan navolgers Gods, als geliefde kinderen, en wandelt in de liefde, zoals ook Christus u heeft liefgehad en Zich voor ons heeft overgegeven als offergave en slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk(Efeziërs 5, 1-2)

Franz Daniel Pastorius (1651-ca. 1720) werd geboren in een welgestelde familie uit Sommerhausen. Hij studeerde rechten aan de universiteit van Altdorf, Straatsburg en Jena. Hij begon een rechtspraktijk in Bad Windsheim. Na een conflict verhuisde hij naar Frankfurt am Main. In 1683 werd Pastorius de agent van een groep ondernemers uit Frankfurt (de ‘Saalhof-piëtisten’), om een stuk land in Pennsylvania te verwerven en klaar te maken voor verdere exploitatie. In opdracht van dze Frankfurter Land Compagnie reisde hij via Rotterdam naar London, nam een optie op 20.000 acres en vertrok. Eens in Philadelphia aangekomen, ontmoette hij William Penn en verwierf het grondgebied van wat ‘Germantown’ zou worden (nu een wijk in Philadelphia). Zelf hoog opgeleid (‘homo universalis’), werd hij al snel de burgervader van dit kleine settlement en zette zowel de civiele, juridische als educatieve infrastructuur op poten. Zijn brieven aan het thuisfront (Sichere Nachricht, Umständige Beschreibung) zijn bedoeld om immigranten te overtuigen, maar wijken af van het genre door hun tamelijk ‘eerlijke’ weergave van het leven aldaar. Ook de beschrijvingen van (autochthone) bevolking, landschap, cultuur, zijn nog steeds interessant. Pastorius’ naam is verder nog verbonden met de eerste petitie tegen de slavernij in 1688, gericht aan een vergadering van Quakers. Ook als dichter (Latijn) en als spreekwoordenverzamelaar (the Bee-hive) heeft hij een zekere naam.

meer in deze post, of op de Engelse wikipediapagina.

Referentie: de grondige en vernieuwende studie van John Weaver, Franz Daniel Pastorius and Transatlantic Culture: German Beginnings, Pennsylvania Conclusions (Potsdam, 2013). Zowel PDF als POD: https://www.pastorius.info/

OVERZICHT

(in dit verhaal – essay 3, the Great Migration – gaat het over de kleine strook aan de Noord-Westkust : Massachusetts):

Europese settlements in Noord-Amerika ca. 1650

INGEZOOMD:

New England settlements ca. 1640

De STEDEN waarvan sprake zijn rood-omcirkeld. Ook de namen van de autochtone bewoners staan erbij:

Salem, Boston, Providence, Plymouth

Overzichtskaart 1685 (Amsterdam, 1685, Visser-Schenk jr.) met de Nederlandse namen. Daaronder ingezoomd op Philadelphia (de eerste stad met een typisch Amerikaanse plattegrond). Grotere afbeeldingen op de aparte post: http://religie.wursten.be/kaart-van-de-nieuwe-wereld-1685/

 

 

Fascinerend is in dit opzicht de beroemde Mappamundi van Pierre Desceliers (1550). Cartografisch is deze top of the notch, maar de verklarende teksten zijn nog even legendarisch als de Middeleeuwse fantasiekaarten.

wereldkaart 1550 desceliers
Mappa Mundi van Pierre Desceliers (ca. 1550)

Voor meer info deze post

Europa en Amerika zitten nog aan elkaar vast

gastaldi forlani
Wereldkaart. Venetië, Forlani 1565 (naar Gastaldi 1546)

 

Europa en Amerika zijn gescheiden

Ortelius wereldkaart
Ortelius, Antwerpen 1570

Maurice Merleau-Ponty (1908-1961).

Filosoof, in wiens denken de waarneming een fundamentele rol speelt in ons begrijpen van de wereld. Hij hoort dus bij de fenomenologische school (Husserl, Heidegger). Hij valt op doordat hij bewust het gesprek (ook kritisch) zoekt met de wetenschappen, en wel vooral met de psychologie. In een latere fase van zijn denken gaat de lichamelijkheid van de mens hierin een grote rol spelen. Volgens Merleau-Ponty is het lichaam namelijk het eerste en belangrijkste middel dat de mens heeft om de wereld te (ver)kennen. Hiermee slaat hij duidelijk een andere weg in dan de klassieke filosofische traditie, die het bewustzijn als vertrekpunt van kennis nemen. Deze nadruk op de lichamelijkheid (of breder: ‘het lichamelijk in de wereld zijn’) betekende dat Merleau-Ponty de fenomenologie eigenlijk verdiepte tot ze als het ware een indirecte ontologie werd. Zie hiervoor vooral zijn postuum gepubliceerde werken, Le Visible et l’invisible (1964) en L’Œil et l’esprit (1960).

further reading: het lemma in Stanford Encyclopedia of Philosophy