31 oktober 1517: Luther en de 95 stellingen
Inhoudsopgave
“Op de vooravond van Allerheiligen 1517 loopt een woedende monnik met grote stappen door Wittenberg richting de slotkerk. In de ene hand heeft hij een hamer, in de andere een vel papier. Als hij bij de kerkdeur aankomt, haalt hij een paar nagels tevoorschijn, rolt het papier uit, en bevestigt het met enkele welgemikte hamerslagen op de deur van de kerk. Omstanders kijken verbaasd toe. Wat is hier aan de hand? Al snel ontstaat een debat. De monnik is Martin Luther en op het papier staan zijn 95 stellingen tegen de aflaat. Hij pikt het niet langer. De manier waarop aflaatpredikers hun waar aan de man brengen is hemeltergend. Ze kloppen het laatste geld uit de zakken van arme lieden armen door hen voor te spiegelen dat ze door een aflaat te kopen hun eigen ziel en die van hun overleden geliefden in de hemel kunnen krijgen. Ongehoord! Dan kun je toch niet lijdzaam blijven toezien. Zijn gedachten vinden weerklank, zijn protest verspreidt zich als een lopend vuurtje door Europa. Ondanks fel verzet vanuit Rome is de Reformatie (met een hoofdletter!) niet te stoppen en wordt de ware kerk hersteld…”
Het verhaal gaat…
Tot ver in de vorige eeuw werd het verhaal over Luthers optreden op ongeveer deze manier verteld, natuurlijk vooral door protestanten, maar sinds het midden van de vorige eeuw sloten ook meer en meer rooms-katholieken zich bij het verhaal aan. Ook in het herdenkingsjaar 2017 (500 jaar Thesenanschlag, in Duitsland voorbereid middels een Lutherdecade, dus al vanaf 2007) is dit de manier waarop Luther voor het voetlicht wordt gebracht. Kerken, cultuurcentra, en vooral toeristische diensten draaiden overuren om Luther weer aan de man te brengen. Dat het wetenschappelijk onderzoek de laatste halve eeuw een behoorlijk aantal kanttekeningen bij dit verhaal heeft gemaakt, werd niet echt verdisconteerd. Toch is het niet onbelangrijk om gebeurtenissen die zogezegd de loop van de geschiedenis veranderd hebben, goed te vertellen, tenminste als je de vinger wilt leggen op wat er toen gebeurde en wilt begrijpen waarom dat zo’n impact heeft gehad op kerk en samenleving. Daarvoor moet je de cruciale momenten ‘scherp’ zien te krijgen. Als daarvoor bepaalde ‘vérités vénérables’ moeten sneuvelen, het zij zo, zelfs als dat de oorsprongsmythe van mijn eigen kerk is: Hervormingsdag. Een te simpele en eenzijdige framing van de gebeurtenissen kan namelijk wat er echt gebeurde en op het spel stond aan het oog onttrekken. Mijns inziens is dat met het standaardverhaal van wat we ‘De Reformatie’ noemen het geval. Het verhaal loopt ‘te goed’ en is te simpel. Er is een protagonist (Luther), er is een incident (‘Thesenanschlag’), waarop de antagonisten het veld betreden (in simpele versies: de slechteriken = paus en inquisitie) . Er ontstaat een conflict dat gradueel opgebouwd wordt, uitlopend op een climax, die tevens de grote crisis is (De Rijksdag te Worms; Luther voor keizer Karel: ‘Here I stand’). En voor protestanten eindigt het met een catharsis: het begin van de Reformatie van de Kerk. Alle elementen uit ‘Story Telling’ (McKee) zitten erin, zodat je met dit verhaal een geslaagd filmscript in handen hebt of – toegepast op ondernemingen, Storytelling is big business – het ‘merk Luther prima zou kunnen vermarkten, zoals dat dan heet. Dat laatste is in elk geval gelukt. Of het verhaal dat nu dus overal de ronde doet ook echt recht doet aan wat er echt gebeurde, is iets anders. De focus op de ‘held Luther’ en zijn eenzame strijd voor de ‘ware Kerk’ die gelukkig al snel tot de ‘Hervorming van de kerk’ leidde, verdonkeremaant dat veel tijdgenoten in het proces rond Luther niet het gevoel hadden dat hier een ‘hervorming’ van de kerk bezig was, maar dat het voorbestaan van de kerk tout court op spel stond. Wat Luther deed was levensgevaarlijk, niet alleen voor Luther, maar ook voor de kerk. De dominante religie (de katholieke kerk), de enige ware religie, door God zelf ingesteld, belandde in een crisis. Haar identiteit was plots onduidelijk en haar voortbestaan onzeker. Ze is ook nooit meer de oude geworden. Na Luther is de ene kerk uiteengespat in talloze kerken die stuk voor stuk claimen de enige ware te zijn, met alle gevolgen van dien. Om dit te zien, en de impact hiervan op ons denken over religie in het algemeen te kunnen vatten, moeten we proberen achter de mythe te kijken.
Daar gaat het verhaal (Thesenanschlag als mythe)
Op 8 november 1961 hield Prof. Dr. Erwin Iserloh, kerkhistoricus en reformatiedeskundige van de katholieke universiteit van Trier, in Mainz een toespraak onder de titel ‘Luthers Thesenanschlag. Tatsache oder Legende?’. Hij toonde in een strak opgebouwd betoog aan dat de laatste optie eigenlijk veel betere papieren heeft dan de eerste. De toespraak verscheen in druk in 1962.1 Zijn lezing sloeg in als een bom. Logisch. Het oerfeit van ‘De Reformatie’ werd ontkend, en dat nog wel door een rooms-katholieke geleerde! Je zou voor minder. Tot dan had niemand eraan getwijfeld dat het toch wel ongeveer zo gegaan zou zijn, hoezeer de appreciatie ervan ook verschilde. Er waren gravures van, het stond in elke biografie, en het was verfilmd, diverse keren zelfs. Professor Iserloh wees er echter op dat Luther zelf er nooit iets over gezegd had terwijl hij toch behoorlijk openhartig was over z’n leven en een goed gevoel had voor ‘sterke verhalen’. Verder zijn er geen ooggetuigenverslagen bekend, en vertelt eigenlijk niemand het verhaal voordat het na Luthers dood begint te circuleren. Toen de storm wat ging liggen – maar dat heeft lang geduurd, en eigenlijk is het nog niet voorbij – bleek het wel een vruchtbare onderzoeksthese. Zelfs als je ze enkel hypothetisch aanvaardt, opent ze namelijk al nieuwe perspectieven. Door het verdwijnen van de Thesenanschlag en de persoonlijke actie van Luther uit het centrum van de aandacht, valt er namelijk veel meer licht op wat er nog meer (of juist wel) gebeurd is rond die bewuste 31ste oktober in 1517. Het is minder spectaculair, maar eigenlijk veel diepgaander. Zo heeft Luther op die dag een brief gestuurd naar de aartsbisschop van Mainz (de verantwoordelijke voor de Jubileumaflaat). Die brief was altijd al wel bekend, maar eigenlijk nooit echt uit de schaduw van de Thesenanschlag geraakt. Men beschouwde het als een bijzaak. ‘Oh ja, dat heeft Luther ook nog gedaan’. In dat schrijven doet Luther echter een dringende oproep aan zijn kerkelijke superieuren om de aflaatpredikers tot de orde te roepen. Volgens Luther staat het heil van de gewone mensen op het spel en zo laat hij verstaan: Als de aartsbisschop niet zelf optreedt, zal hij niet langer zwijgen. Bij die brief voegt hij 95 debat-stellingen over de aflaat (disputationes in het Latijn). Op grond daarvan wil prof. dr. Martin Luther met zijn collega-theologen eens ernstig van gedachten wisselen over het thema van boete en aflaat, één van de pijlers van de Middeleeuwse kerk, financieel onmisbaar. Op het scherp van de snede, dat wel, maar op zich doodnormaal. In woord- en wederwoord zouden zij dan op zoek kunnen gaan naar de ‘virtus’ (draagwijdte, kracht, rechtsgrond) van de aflaten, zoals de eerste Bazelse druk van de 95 stellingen heel precies toevoegt. Deze niet onbelangrijke maar geografisch nog beperkte oproep werd iets anders toen zijn vrienden de stellingen toevertrouwden aan de drukpers. Door de vermenigvuldiging werden de in de thesen vervatte gedachten snel ver buiten Wittenberg bekend. Zo ontving Erasmus begin maart 1518 in Leuven een exemplaar via zijn Bazelse connecties en stuurt die zonder commentaar door naar zijn vriend, Thomas More in London. Door het feit dat ze in het Duits werden vertaald en Luther zelf – als er geen reactie volgt – de ‘discussie op straat’ gooit door de hoofdgedachten in een handzame brochure in het Duits samen te vatten, wordt de vraag naar de legitimatie van de kerkelijke boetepraktijk een algemene zaak.
Voetnoten
- Na de enorme commotie en het heftige debat dat volgde publiceerde Iserloh in 1967 een uitgebreidere versie met résumé van alles wat er aan nieuwe kennis en inzichten bij gekomen was. Het vraagteken is uit de titel verdwenen. Iserloh weet het nu zeker: ‘Luther zwischen Reform und Reformation. Der Thesenanschlag fand nicht statt’. Voor meer info zie de pagina over Iserloh op mijn Luthersite